Creoolse pasteitjes uit de Dutch oven

Er zijn voor mij maar weinig dingen die zoveel voldoening geven als het bakken in mijn Dutch Oven. Of dat nu broden, (appel)taarten, pizza’s of deze heerlijke creoolse pasteitjes zijn, bakken in mijn Dutch Oven is voor mij het summum van buiten koken.


Bij het bakken is met name de temperatuurbeheersing belangrijk, een gelijkmatige temperatuur geeft het mooiste resultaat. Om dit te bereiken maak ik gebruik van de (Dinwiddie) ringmethode. Met deze methode bereik je een optimale warmteverdeling en gelijkmatige garing. Op mijn website vind je een uitgebreide beschrijving van deze methode.

Het is iedereen wel eens overkomen, het moment dat je baksel aan de bovenkant nog niet gaar blijkt te zijn terwijl de bodem verbrand is. Omdat te voorkomen is er een heel handig trucje, plaats in je pan eerst een dekselsteun of trivet. Petromax heeft mooie stapelroosters die hier heel geschikt voor zijn. Hier op leg je een velletje bakpapier en je deeg.

Op die manier creëer je wat ruimte tussen de bodem en je baksel, let wel op dat je baksel nu niet te dicht op het deksel komt. Gebruik dus een Dutch Oven die groot genoeg is.

Mocht je die niet voor handen hebben, dan kun je ook de pan omdraaien. Je plaatst je dekselsteun of stapelrooster dan op het deksel en daar zet je je pan overheen.

Wat heb je nodig voor de Creoolse pasteitjes

Voor het deeg:

600 gram bloem

2 eetlepels suiker

180 gram koude boter

250 milliliter koude melk

1 ei


Voor de vulling:

1 ui

1 paprika

2 korte stelen bleekselderij

1 bol solo knoflook

500 gram gehakt

2 blaadjes laurier

2 theelepels cajunkruiden

1 blikje tomaten 2 eetlepels peterselie

Aan de slag met de Creoolse pasteitjes uit de Dutch oven.

Meng de bloem, suiker en boter tot een kruimelig deeg. Voeg de melk in gedeelte toe en kneed tot een soepel deeg.

Pak het deeg in huishoudfolie en laat een half uur in de koelkast rusten.

Snijd de ui, paprika en bleekselderij fijn en fruit aan in een Dutch Oven. Hak de knoflook fijn en voeg deze samen met het gehakt toe.

Bak het gehakt rul. Voeg de laurierblaadjes, de cajunkruiden en de tomaten toe. Laat het geheel ongeveer 20 minuten sudderen.


Verwijder de laurierblaadjes en voeg de fijngehakte peterselie toe. Neem de Dutch Oven van het vuur en schep het mengsel uit. Laat afkoelen.  (Vanwege de eigenschappen van gietijzer, het langzaam afgeven van warmte, is het niet verstandig om het afkoelen in de pan zelf te doen)

Bestuif je werkblad met een beetje bloem, rol het deeg uit tot een dikte van ongeveer 1,5 cm. Steek 6 rondjes van uit met een diameter van 20 cm.

Verdeel het gehaktmengsel over de 6 rondjes, bevochtig de randen met een beetje water. Vouw het deeg over de vulling en druk de randen goed aan.

Klop het ei los en bestrijk de pasteitjes. Prik met een vork een paar gaatjes in het deeg. Bak in een Dutch Oven de pasteitjes af op een temperatuur van 160-180 graden Celsius.


Heb jij nog andere tips?

Heb jij na het lezen van dit blogbericht nog tips voor mij of andere lezers? Reageer dan vooral hieronder :).

Laat een reactie achter